Er zijn verschillende “hacks” of trucs die fotografen kunnen gebruiken om beter te fotograferen. Hier zijn enkele voorbeelden:

1. Gebruik een reflectiescherm om licht naar een donker gebied te reflecteren. Dit kan helpen om de belichting te verbeteren en schaduwen te verminderen.
2. Gebruik een lens hood om lensflare te verminderen. Een lens hood is een soort kap die aan de voorzijde van de lens wordt bevestigd en helpt om ongewenste lichtstralen te blokkeren.
3. Gebruik de “rule of thirds” om compositie te verbeteren. De “rule of thirds” suggereert dat het beeld kan worden opgedeeld in negen gelijke vakken en dat belangrijke elementen in het beeld op de kruispunten van deze lijnen of langs de lijnen zelf kunnen worden geplaatst.
4. Gebruik een zwanenhals of een statief om trillingen te verminderen en scherpere foto’s te maken.
5. Gebruik een witbalansfilter om de kleur van het licht in een foto aan te passen. Dit kan helpen om onnatuurlijke kleuren te corrigeren of om een bepaalde sfeer te creëren.
6. Gebruik een grijskaart om de belichting te meten en aan te passen. Een grijskaart is een kaart met een grijze tint die hetzelfde licht reflecteert als een gemiddeld, neutraal oppervlak. Door de belichting op de grijskaart te meten, kun je de belichting van het onderwerp beter aanpassen.
7. Gebruik een polarisatiefilter om reflecties op glanzende oppervlakken te verminderen en om de kleuren in een foto te versterken.
8. Experimenteer met de sluitertijd om beweging in een foto te laten zien of juist te verbergen. Een lange sluitertijd kan worden gebruikt om beweging te vervagen en een korte sluitertijd kan worden gebruikt om beweging te freeze-framen.
9. Gebruik de “leading lines” composities om de aandacht van de kijker naar het onderwerp van de foto te leiden. Leading lines zijn lijnen in het beeld die naar het onderwerp leiden, zoals een weg, een rivier, of een muur.
10. Gebruik een lage ISO waarde om digitale ruis te verminderen. Een lage ISO waarde betekent dat de camera minder gevoelig is voor licht, wat kan helpen om scherpere foto’s te maken met minder ruis.
11. Gebruik een blaasbalgje om stof en vuil uit de lens te blazen. Dit kan helpen om scherpere foto’s te maken door te voorkomen dat vuil de lens belemmert.
12. Gebruik een close-up filter om kleine objecten groter te maken in het beeld. Dit is een soort lens die aan de voorzijde van de lens wordt bevestigd en de focus afstand vermindert, waardoor kleine objecten groter in het beeld komen.
13. Gebruik de “golden hour” om mooie portretfoto’s te maken. De “golden hour” is de tijd rond zonsopkomst en zonsondergang waarbij het licht zacht en goudkleurig is, wat het perfecte licht is voor portretfotografie.
14. Gebruik een diffuser om hard licht te verzachten. Een diffuser is een soort scherm dat wordt geplaatsttussen het licht en het onderwerp, waardoor het licht wordt verspreid en minder hard wordt.
15. Gebruik een lichtmetersensor om de belichting te meten en aan te passen. De lichtmetersensor meet het licht dat op het onderwerp valt en helpt bij het bepalen van de juiste belichting.